20 februari 2021

Weekendje Wadden- 31

Eddy zucht eens diep. Diede knikt hem bemoedigend toe.
“Ik heb mijn ouders nooit verteld dat ik naar jou toe ging”, zegt hij timide.
“Wat?”, roept Remco verbaasd uit. “Dus jouw ouders wisten helemaal niet dat je bij mij was?”
Eddy schudt zijn hoofd. “Mijn vader heeft me verboden met je om te gaan”, biecht hij schoorvoetend op. “Ik deed het stiekem, zei tegen m’n ouders dat ik bij een vriend was.”
Verbouwereerd kijkt Remco hem aan. “Maar… Waarom? Heb ik wat verkeerds gedaan toen ik bij jullie was?” Oké, hij had natuurlijk wel de hele tijd naar Eddy zitten gluren. Zou zijn vader dat in de gaten hebben gehad?
Hulpzoekend kijkt Eddy naar zijn broer. Merel zit naast hem op de armleuning van de stoel, haar arm om hem heen geslagen. Zachtjes streelt haar duim zijn schouder.
“Mijn vader heeft nogal de neiging voor ons te bepalen met wie we omgaan”, beantwoordt Diede Remco’s vraag sarcastisch. “Dat flikte hij mij vroeger ook constant. Alleen ik trok me er geen reet van aan, ik deed gewoon waar ik zin in had”, voegt hij er veelbetekenend aan toe.
Remco’s ogen flitsen van Eddy naar Diede en weer terug. “Dus ik was niet goed genoeg?”, vraagt hij spottend terwijl hij Eddy aankijkt. “Wat een lul, zeg!”, gooit hij er verontwaardigd achteraan.
“Vertel mij wat!”, valt Diede boos uit terwijl hij naar het puntje van zijn stoel schuift. Onmiddellijk voelt hij Merel’s hand in zijn schouder knijpen en laat hij zich weer achterover zakken.
“Maar waarom heb je dat niet gewoon tegen me gezegd?”, gaat Remco verbaasd verder.
Eddy haalt zijn schouders op. “Ik durfde niet”, zegt hij zachtjes.
“Je durfde niet?”, herhaalt Remco niet begrijpend. “Hoezo, durfde je niet?” Hij begint zich op te winden. “Man, ik bijt toch niet? Ben je bang voor mij, of zo?”
“Nee… nee”, haast Eddy zich te zeggen.
“Wat dan?” Niet begrijpend kijkt hij Eddy aan. “Nou? Zeg eens wat?”, dringt hij ongeduldig aan als Eddy geen antwoord geeft. “Was je bang dat ik dan niet bij je zou willen blijven slapen? Omdat je pappie en mammie het niet wisten? Godverdomme Eddy, je deed alsof je moeder het wist!” schreeuwt hij ineens. “Je loog gewoon tegen me!”
Eddy krimpt in elkaar onder Remco’s woorden.

Handenwringend kijkt Lea toe. “Jongens”, zegt ze sussend, in een poging de gemoederen een beetje te bedaren.
Maar in plaats van te kalmeren, doet Remco er nog een schepje bovenop. “Waarom heb je die lul niet gewoon gezegd dat hij de pot op kon?”, roept hij boos. “Dat hij niet bepaalt met wie jij omgaat? Of schaam je je soms voor mij?”, smijt hij Eddy verontwaardigd voor de voeten.
Geschrokken door Remco’s felle uitval, duikt Eddy weg in de hoek van de bank. Tranen wellen op in zijn ogen.
“Hé!”, roept Merel Remco tot de orde. “Hou eens op jij! Denk je niet dat hij dat allang gedaan zou hebben als hij had gekund?”
“Precies!”, knikt Eddy, driftig in zijn ogen wrijvend om zijn tranen de baas te blijven. “Hoe vaak heb ik je niet gezegd dat m’n vader me wat zou doen als hij zou weten dat ik homo ben? En wat deed jij dan?” Boos kijkt hij Remco aan. “Zeggen dat het wel mee zou vallen en me voorhouden dat ik voor mezelf op moest komen! Snap je dan niet dat ik dat niet kon?”, huilt hij van pure wanhoop.
“Rustig nou maar, jongen”, sust zijn moeder. Geruststellend wrijft ze over zijn arm.
“Nee!”, brult Eddy, helemaal overstuur. Geïrriteerd duwt hij zijn moeder’s hand weg en komt overeind. “Nou luisteren jullie eens een keer naar mij!”
Huilend gooit hij eruit dat hij dacht dat het maar voor een paar weken zou zijn en dat hij van plan was Remco te zeggen dat zijn vader hem woedend de deur had gewezen toen hij uit de kast kwam. “Ik kon het echt niet, Rem… Ik was zo bang”, snikt hij terwijl hij Remco smekend aankijkt.
“Dus jij was van plan gewoon te blijven liegen?”, IJzig kalm kijkt Remco hem aan. “En waarom heb je dan niks van je laten horen? Waarom was jij vanmiddag dan niet gewoon thuis? Nou? Waarom heb je mij Goddomme zo in ongerustheid laten zitten?”, windt hij zich op. “Klootzak die je bent!” Woedend staat hij op en banjert door de kamer.
“Omdat mijn vader het heeft ontdekt, nou goed!”, gilt Eddy hem achterna. “Hij belde me donderdagavond op en heeft het me ontfutseld, als je het wilt weten!”, huilt hij met gierende uithalen. “Hij dreigde je wat aan te doen!” Snikkend duikt hij opnieuw in de hoek van de bank. “En toen zei hij dat we het er van het weekend wel verder over zouden hebben…”

Stomverbaasd staat Remco stil en draait zich om. “Jouw vader heeft mij bedreigd?” Met open mond staart hij Eddy aan. “Was dat waarom je geen contact meer opnam en het uitmaakte? Omdat je bang was dat je vader me dan zou vinden?” Ongelovig kijkt hij hem aan.
Lea trekt wit weg. “Oh mijn God,’ fluistert ze, “dit is niet waar…” Vertwijfeld schudt ze haar hoofd.
“De klootzak!”, sist Diede woedend. “Net als vroeger met mij… Als ik hem toch in mijn vingers krijg…” Grimmig balt hij zijn handen tot vuisten en springt op.
“Hou op allemaal!”, krijst Eddy, helemaal hysterisch.
“Diede!”, roept Merel bestraffend terwijl ze hem tegenhoudt. “Kalm…”
“Ja maar”, begint Diede. Maar dan laat hij zich weer achterover zakken. “Oké, je hebt gelijk”, zucht hij gelaten.
“Ik was zo bang”, snikt Eddy. “Snappen jullie dat nou niet?” Radeloos kijkt hij hen aan.
“Jongen toch…” Zijn moeder komt naast hem zitten en streelt hem troostend over zijn rug. “Rustig maar”, sust ze.

“Ik kon geen kant meer op”, huilt hij zachtjes. “En toen… Nou ja… ik had nog wijn staan van het weekend. Ik dacht… om een beetje rustig te worden…” Driftig veegt hij de tranen uit zijn ogen en haalt zijn neus op. “En toen stootte ik het glas kapot en… en toen sneed ik… in m’n pols…,” stamelt hij terwijl zijn ogen opnieuw vochtig worden. “En toen heb ik dat stuk glas uit die snee gehaald en in m’n andere pols gestoken”, huilt hij ineens weer met gierende uithalen.

“Heb jij… Oh shit… dat meen je niet”, stamelt Remco, volkomen van de kaart. “Oh God, Eddy…” Verslagen zakt hij voor hem op de grond. “Ik wist echt niet dat je zo bang was”, fluistert hij met trillende stem. “Ik… het…het is nooit mijn bedoeling geweest je zo onder druk te zetten… Echt niet”, brengt hij met moeite uit. “Het spijt me zo… Ik hou toch van je?”
Met betraande ogen kijkt Eddy hem aan. “Meen je dat?”, snottert hij verbaasd. “Ik bedoel, wil je nog steeds met mij verder dan?” Al die tijd dacht hij zeker te weten dat Remco hem nooit meer zou willen zien. Net als zijn vader, omdat hij niet aan zijn verwachtingen kon voldoen, omdat hij gelogen had…
Remco knikt. “Wat denk jij dan? Dat ik jou opgeef omdat je vader een lul is?”
Een waterig lachje verschijnt op Eddy’s gezicht. “Oh Rem, wat ben ik blij dat je dat zegt!”, zucht hij opgelucht. “Ik wil je helemaal niet kwijt, maar jij zei dat je niet verder wilde als ik… Nou ja,” hakkelt hij, “ik dacht…”
“Lieve schat, niet meer denken”, onderbreekt Remco hem geruststellend. Liefdevol legt hij zijn hand tegen Eddy’s wang, buigt zich naar hem toe en kust de tranen van zijn gezicht.

***

Verdrietig lag Eddy met zijn rug naar de deur op zijn zij. Nog maar een paar uur geleden leek alles zo mooi. Hij had het zo goed overdacht, hij zou Remco vertellen dat zijn vader niks meer met hem te maken wilde hebben zodat Remco op zou houden met te pushen. Zolang hij maar zorgde dat zijn vader er geen lucht van kreeg, konden ze elkaar zien zo vaak ze wilden. Het enige wat hij moest doen, was zorgen dat Remco niet merkte dat hij af en toe naar zijn ouders ging. Maar ja, dat was niet zo moeilijk, Remco had op vrijdag altijd koopavond en zaterdags moest hij de hele dag werken. Dus als hij op vrijdag naar zijn ouders zou gaan en zaterdag op tijd weer thuis zou zijn, kraaide er geen haan naar.
Hij was zo tevreden geweest met die oplossing, hoe kon de wereld er dan in een paar uur tijd ineens zo anders uitzien? De vochtige plek op zijn kussen werd langzaam groter. Het lukte hem niet zijn tranen te stoppen.

Zachtjes wreef een hand over zijn schouder. “Eddy, jongen”, hoorde hij zijn moeder snikken. “Wat is er toch gebeurd?”
Langzaam draaide hij zich om. “Mam”, bracht hij moeizaam uit.
“Och, lieverd…” Lea boog zich over hem heen en trok hem voorzichtig tegen zich aan. “Jongen toch,” huilde ze, “wat heb je nou gedaan?”
Troostend sloeg Eddy zijn rechterarm om haar heen en wreef zachtjes over haar rug. Vanaf het voeteneind van het bed keek Alfons zijn zoon strak aan.
“Ik weet het niet, mama”, snotterde Eddy. “Ik had… teveel… gedronken…”
Zijn moeder kwam overeind. “Gedronken?” Verbaasd wreef ze haar tranen uit haar ogen. “Hoe kan jij nou…”
“Het was die jongen, natuurlijk”, onderbrak Alfons zijn vrouw brommend. “Waarom heeft hij die knul anders stiekem opgezocht? Het zou me niet verbazen dat hij ook drugs heeft gebruikt. Als je het mij vraagt, is hij hard op weg net zo te eindigen als zijn broer!”
“Alfons!” Bestraffend keek Lea haar man aan. “Maak het nou niet nog moeilijker voor hem”, nam ze het voor Eddy op terwijl ze haar neus snoot. “Het is al erg genoeg, zo.”
“Het is toch zeker zo, Lea? Kijk nou hoe hij daar bij ligt? Dat gebeurt toch niet zomaar?”, ging Alfons gewoon door.
Lea negeerde haar man en richtte zich weer tot Eddy. “Eddy, lieverd, je kunt ons toch wel vertellen wat er is gebeurd?”, probeerde ze hem aan het praten te krijgen. “Jongen, je hebt ons zo laten schrikken.” Opnieuw begon ze te snikken.
“Ik weet het echt niet meer, mama”, snotterde Eddy met haar mee. “Ik… ik…” Door zijn tranen heen keek hij zijn moeder aan.
“Zie je nou wat je je moeder hebt aangedaan?”, bromde zijn vader nors. “En dat allemaal omdat je zonodig met die jongen om moest gaan! Daar kon niks goeds van komen, dat zag ik meteen al. Maar luisteren naar je vader, ho maar! Nee, eigenwijs zijn, denken dat je het beter weet… En moet je jezelf nu eens zien!”
“Het spijt me zo, pap”, snikte Eddy terwijl de tranen over zijn wangen stroomden.

“Zo, tijd om te gaan”, zei de verpleegkundige tegen zijn ouders toen ze Eddy’s kamer binnenkwam. “En jij krijgt van mij een pilletje zodat je een beetje kunt slapen”, richtte ze zich tot Eddy. “Morgenochtend word je geopereerd, dan gaan ze je pezen hechten en in de loop van de dag komt er iemand langs om met je te praten.”
Eddy knikte terwijl hij het pilletje in zijn mond stopte en zijn tranen wegveegde. Onopvallend gluurde hij naar zijn vader die nog steeds aan het voeteneinde van zijn bed stond. Hij zag wel hoe hij hem nog steeds strak aankeek en kon wel raden wat er in hem omging…
Nou, hij hoefde zich geen zorgen te maken, Remco was definitief voorbij! Nog even los van het feit dat zijn vader hem geen kans zou geven contact met hem te hebben, durfde hij hem sowieso niet meer onder ogen te komen. Hoe moest hij hem in vredesnaam uitleggen wat er gebeurd was? Remco zou hem, net als zijn vader, verachten omdat hij zo’n slapjanus was en omdat hij hem voorgelogen had. Bovendien had Remco gezegd dat hij geen zin had verstoppertje te spelen. Nou, verstoppertje spelen zou het wel worden als ze elkaar nu nog zouden blijven zien. Want als zijn vader er ooit achter zou komen… Nee, dat moest hij koste wat kost zien te voorkomen.

“U mag morgenmiddag tijdens het reguliere bezoekuur weer terugkomen”, zei de verpleegkundige vriendelijk tegen Eddy’s moeder. Ze overhandigde haar een foldertje. “Alles staat erin”, wees ze.
Terwijl zijn ouders de kamer verlieten, bekommerde de verpleegkundige zich weer om Eddy.
“Gaat het een beetje?”, vroeg ze bezorgd. “Heb je pijn?”
Eddy schudde zijn hoofd.
“Als je pijn krijgt, druk je maar op het belletje.” Ze legde het belletje op het matras naast zijn rechterhand en liet hem alleen.

***

“Eddy van der Meer”, stelde hij zich voor aan de man die zich voorstelde als Frits de Wolf.
“Zeg maar Frits”, zei de man vriendelijk. “Hoe gaat het met je?”
“Gaat wel”, reageerde Eddy kortaf.

Vier uur geleden had de plastisch chirurg, onder plaatselijke verdoving, de pezen in zijn linkerpols gehecht en de wond dichtgemaakt. Terwijl ze met hem bezig waren, waren de herinneringen in alle hevigheid teruggekomen. Steeds opnieuw speelde alles zich als een film in zijn hoofd af. Telkens weer voelde hij die opluchting toen hij het stuk glas uit de snee had getrokken. Opluchting, omdat de manier om overal aan te kunnen ontsnappen, ineens zo voor de hand lag. En telkens weer kwam de paniek toen alles ineens onder het bloed zat. Paniek, omdat hij de controle over zichzelf volledig kwijt was. Hoe had hij dit zichzelf aan kunnen doen? Hij begreep het zelf niet… Eén ding wist hij heel zeker, nooit mocht hij het nog zo ver laten komen. Voortaan zou hij precies doen wat zijn vader van hem verwachtte.

“Wil je vertellen wat er is gebeurd?”, vroeg Frits.
“Het was een ongeluk”, antwoordde Eddy rustig. “Ik had teveel gedronken en stootte m’n glas kapot. Toen heb ik mezelf gesneden”, verklaarde hij met een stalen gezicht.
“In beide polsen? Weet je dat zeker, Eddy?” Frits keek hem onderzoekend aan. “Je weet dat ik een beroepsgeheim heb, of niet? Alles wat je mij vertelt, blijft onder ons.”
“Dat weet ik”, antwoordde Eddy kalm. “Maar ik heb niks te vertellen, er is niks aan de hand. Het was gewoon een ongeluk, ik was dronken.”
“Oké, als jij het zegt.” Bedenkelijk keek hij Eddy aan. “Mocht je toch nog ergens over willen praten, hier heb je mijn kaartje. Je mag rechtstreeks bellen als het nodig is.”
Eddy nam het kaartje aan en legde het op het kastje naast zijn bed. “Is niet nodig, maar toch bedankt”, glimlachte hij.

De deur van Eddy’s kamer zwaaide open. Vier, in witte jassen gehulde artsen, kwamen binnen.
“Collega”, knikte één van hen groetend richting Frits. “Dokter de Jager”, stelde hij zich direct daarna aan Eddy voor. “Ik heb u vanochtend geopereerd. Vind u het goed als mijn co-assistenten even meekijken?”
Eddy knikte.
Uitvoerig bekeek dokter de Jager Eddy’s gespalkte pols, legde hem en zijn co-assistenten uit wat er aan de hand was en schetste het revalidatietraject. Frits hield Eddy ondertussen goed in de gaten maar Eddy vertrok geen spier.
“Het ziet er goed uit”, richtte dokter de Jager zich even later weer tot Eddy. “Voor alle zekerheid wil ik u vannacht nog hier houden en dan mag u, wat mij betreft, morgen met uw ouders mee naar huis. Kunt u zich daarin vinden, collega?”, draaide hij zich richting Frits.
Frits knikte. “Ik zie geen reden hem nog langer hier te houden.”
“Mooi. Dan zie ik u maandag over een week terug voor controle en om te bepalen wanneer we met het revalidatietraject kunnen beginnen.” Hij draaide zich om en verliet, gevolgd door zijn co-assistenten, de kamer.
“Dan ga ik ook maar”, zei Frits. “Succes met revalideren. En je weet het, hè? Als je onverhoopt toch ergens over wilt praten…”