17 januari 2022

Familie? Familie! – 16 Wolfgang

Maandag 5 september 2011
Sophie Ellis-Bextor – Take Me Home

„Gefeliciteerd!“

Het onverwachte gejuich van de kleine menigte in het appartement laat de ziekenhuisbezoekers bij de deur schrikken. Wolfgang blijft alleen in de deurpost staan, terwijl de anderen doorlopen en naar binnen gaan. Zijn ogen laten zijn verbijstering zien, zijn mond vervormt tot een glimlach. Hij kan niets anders doen dan dat. Het is een reflex, wanneer hij zijn emoties niet wil tonen, terwijl alles tegenzit. Zo reageert hij altijd, als dingen niet zijn, zoals hij wil.

Wolfgang wil het liefste alleen zijn, woedend als hij is over de goede vooruitzichten, die vals blijken te zijn, terwijl alles zo hoopvol leek. Met niemand wil hij nu praten, het slechte nieuws wil hij niet accepteren of maar zelfs vieren. Zijn stemming laat geen opbeurende woorden door. Voordat hij zichzelf weer bij elkaar heeft geraapt, pakt iemand zijn hand en trekt hem naar binnen.

„Welkom thuis, Wolfgang!“

Een lachende blondine met stralende, heldere, blauwe ogen houdt hem een dienblad met glazen champagne voor.

„Neem er één.“

Op Charlie’s aandringen pakt hij een glas. Zodra hij het glas in zijn hand heeft, loopt de dame met het dienblad verder om de anderen een glas aan te bieden. Charlie glimlacht naar hem.

„Ik denk, dat je het erg spannend vindt. We zijn de hele middag al ongeduldig aan het wachten op het nieuws.“

Hij glimlacht. Rudolf doet hetzelfde, vriendelijk en oprecht.

„Gefeliciteerd.“
„Dank je wel.“

Veel meer dan zachtjes, bijna fluisterend praten lukt hem niet.

„Hoe voelt het om meer familie te hebben?“
„Kom op, Rudolf, hij is gelukkig! Waarom zou hij niet vrolijk zijn met een familie in Lingen en een familie in Köln?“

Wolfgang is stomverbaasd om meneer Kaiser hier te zien.

„Wanneer ben je aangekomen?“
„Ik ben vanmorgen met de auto gekomen. Ik wilde hier bij zijn en jullie hoeven nu niet met de trein naar huis.“

Het geluid van de vrolijke gesprekken rondom hem wordt door Charlie onderbroken. Ze spreekt met een luide stem tegen alle aanwezigen. Haar oplettendheid valt hem op, wanneer ze ziet, dat niet iedereen een glas heeft.

„Vandaag is een mooie dag! Henriette, kom hier en neem een glas.“

Mevrouw Kaiser komt stil de kamer binnen en sluit de deur achter zich. Wolfgang kijkt om zich heen. Waar is Robin? Hij mist de basketballer in het gezelschap. Charlie praat verder.

„Vandaag gaat het om onze families. Sommigen hier hebben elkaar lange tijd niet gezien, daarom gaat het ook om opnieuw beginnen. Wolfgang begint zijn nieuwe leven als lid van Sascha en Robin’s familie … waar is hij?“
„Alexander en zijn vriend komen zo.“

Mevrouw Kaiser heeft een duidelijke zelfbeheersing in haar stem, al zal niet iedereen het opvallen. Wolfgang wel. Charlie heft haar glas.

„Vandaag is voor Wolfgang, zo’n gebeurtenis hoor je niet alleen te vieren. Ik wil graag proosten op Wolfgang en zijn beide families, op de jongeman, die de families Bohling, Kaiser en Krone bij elkaar brengt.“
„Ik wil ook graag proosten op een nieuw begin.“

Rudolf vult met een glimlach Charlie’s toast aan. De anderen proosten mee.

„Op Wolfgang.“

De vrolijke gezichten van de onwetende gasten verleiden hem ertoe zijn glas nonchalant omhoog te houden en een slok te nemen. Het smaakt niet echt lekker, wat zuur. Ze vieren een leugen en hij zegt niets daarover. Met een glimlach maskeert hij zijn gevoel en verbergt zo zijn verlegenheid, zijn teleurstelling en verdriet. Het lukt hem om neutraal te reageren.

„Ik wil iedereen bedanken voor jullie komst.“

Na het proosten kijkt hij geïnteresseerd rond, terwijl het nieuws zich door de woonkamer verspreidt. Sascha fluistert tegen Astrid en de gelukkige glimlach verdwijnt van haar gezicht om even later door haar professionele glimlach te worden vervangen. Zijn manier van glimlachen werkt blijkbaar aanstekelijk. De blonde vrouw met het dienblad spreekt hem aan.

„We hebben elkaar niet eerder ontmoet. Ik ben je nicht Freya. Freya Krone.“
„Hallo.“
„Ik wil graag je aan Carmen voorstellen. Ze is heel speciaal voor mij.“

Hij draait zich half om en ziet een andere blonde vrouw vlakbij staan.

„Gefeliciteerd, Wolfgang.“
„Misschien wordt Carmen op een dag ook je nicht.“

Freya fluistert in zijn oor. Hij begrijpt het niet onmiddellijk, totdat hij ziet hoe de twee dames naar elkaar kijken. Het is lief. Hij vindt het ook grappig.

„Is Sascha de enige gewone Krone?“

Met zijn vraag gebruikt hij de leugen nu in zijn voordeel. Carmen en Freya lachen. Lars komt erbij staan, slaat een arm om de andere blonde vrouw en geeft haar een kus op haar wang.

„Carmen! Hoe is het met mijn kleine gravin?“
„Gravin?“

Wolfgang is opnieuw verbaasd, wat Freya opmerkt.

„Geen echte. Alle oude titels zijn deel van de achternaam, sinds de adelstand is afgeschaft. Mijn vriendin Carmen is een nicht van Astrid, de verloofde van Sascha.“
„Maar Lars bedoelt deze kleine gravin. Dit is Sophia.“

Carmen tilt een klein meisje op, dat zich achter haar heeft verstopt. Lars neemt met een trots gezicht het kind over van Carmen en reageert op Wolfgang’s zichtbare verwarring.

„Ik heb een klein cadeau aan een lieve vriendin gegeven om haar te helpen.“
„Hij bedoelt, dat Sophia je nicht is via de familie Bohling.“

Charlie is erbij komen staan en bevestigt deze familierelatie. De eerste, die echt waar is op dit feestje. Wolfgang glimlacht naar het verlegen kind in Lars’ armen en laat zijn ogen dwalen naar meneer en mevrouw Kaiser, die rustig met elkaar praten in de buurt van de open keuken. Het trieste nieuws verspreidt zich verder door de ruime en volle woonkamer. Hij wil het gesprek graag makkelijk en luchtig houden.

„Ik hoop dat jullie mij niets kwalijk nemen … Sascha is verloofd met een gravin en jij hebt iets met een gravin … Waar kan ik een prins of hertog of baron vinden? Ik vind het niet erg om op een wachtlijst te staan.“

De mensen om hem heen lachen en genieten van zijn grap. Zelfs Sophia giechelt onschuldig mee met haar ouders. Wolfgang neemt nog een slok champagne, terwijl hij zich afvraagt, hoeveel grappen hij nog kan vertellen, voordat iedereen het resultaat van het bloedonderzoek kent en niet meer vrolijk is. Carmen reageert elegant op zijn grap en legt haar hand op zijn wang.

„Momenteel heeft iedereen in mijn familie een relatie, maar ik wil wel mijn ogen open houden voor je.“
„Bedankt. De familie Krone lijkt alleen gelukkig te kunnen worden met voormalige adel.“
„Vergeet je Robin en Alexander niet?“

Charlie lacht, terwijl ze haar vraag stelt. Lars knipoogt naar hem.

„Charlie, je kunt Alexander’s voorliefde voor de oude adel niet ontkennen. Hij gedraagt zich nobel.“
„Bovendien werkt Robin op het kasteel, ik zie hem elke dag. Waar zijn ze trouwens?“

Freya mist haar neef in het gezelschap. Charlie draait zich al om.

„Ik ga ze halen. Ze horen het nieuws met ons mee te vieren.“
„Hoe spannend is het om het goede nieuws te horen?“

Freya vraagt het met een gelukkig gezicht. Lars en Wolfgang kijken elkaar ernstig aan.

„Ik heb het grootste deel van de tijd met Sascha en Robin doorgebracht. Sascha en ik hadden pas vandaag de kans om met elkaar te praten. Hij is een leuke man.“
„Heeft hij je verteld over Appollonia, zijn oude sportwagen?“
„Ja, lijkt me erg interessant.“
„Gaat het goed met je?“

Sascha’s sterke hand knijpt even in zijn schouder om daarna op zijn schouder te blijven liggen. Freya antwoordt, voordat hijzelf kan reageren.

„Natuurlijk is hij in orde, Sascha. We hebben je nog niet kunnen vragen, hoe het is om een jongere broer erbij te krijgen?“
„Wat denk je van de nieuwste uitbreiding van je familie?“

Carmen versterkt de vraag van haar vriendin. De lange man antwoordt diplomatiek.

„We willen de tijd nemen om elkaar te leren kennen.“
„Ben je er niet gelukkig mee, Sascha?“
„Freya …“

Wolfgang wil nog even niets zeggen en onderbreekt Sascha.

„Alles is zo snel gegaan.“
„Hij heeft gelijk. Bovendien moeten we met Alexander’s ouders om tafel om alles te bespreken. Wolfgang woont bij hen en we hebben echt tijd nodig.“

Sascha steunt hem. Wolfgang ziet achterdocht in de ogen van de dames. Hij wil niet liegen. Ze mogen niet verkeerd gaan denken over Sascha. Hij pakt Sascha’s hand op zijn schouder vast en probeert kalm, zo rustig mogelijk te spreken. Desondanks trilt zijn stem een beetje. De woorden komen nauwelijks over zijn lippen.

„Freya … het onderzoek van vandaag heeft niets opgeleverd.“
„Wat?“
„Wolfgang, je hoeft het niet te vertellen.“

Sascha herinnert hem aan de belofte. Wolfgang houdt vol, hij wil het eindelijk duidelijk vertellen.

„Het is waar! Ik weet niet, wie mijn vader is! Het bloedonderzoek heeft mij niets opgeleverd!“

Met een verdrietig gezicht kijkt hij rond na zijn uitbarsting. De meewarige en meelevende blik van Astrid, de verbaasde blikken van de dames en tenslotte de teleurgestelde gezichten van meneer en mevrouw Kaiser passeren zijn blikveld. De gezichten van zijn verzorgers herinneren hem opeens eraan beleefd te blijven.

„Willen jullie me verontschuldigen?“

Wolfgang wil hier niet meer bij zijn, maar alleen zijn. De gang naar de slaapkamers biedt hem een vluchtweg, zodat hij zich wat langer voor de anderen kan verbergen. Hij gaat op het bed liggen, waar hij eerder in heeft geslapen, om zijn tranen de vrije loop te laten. Met zijn ogen dicht blijft hij liggen. Na een tijdje haalt een zachte klop op de deur hem uit zijn verdriet.

„Ik wil nu alleen zijn.“

De deur gaat toch open. Alexander blijft met een verdrietige gezichtsuitdrukking rustig in de deuropening staan.

„Alsjeblieft, Alexander. Ik wil echt alleen zijn.“
„Nee, dat hoef je niet. De drukte is alweer een tijdje over, de meesten zijn weggegaan. Max en Henriette zijn hier nog en verder Charlie, Robin, Sascha, Astrid en ik.“

Alexander komt dichterbij en doet de deur dicht.

„Ik kan nu niet met ze praten.“
„Ik begrijp je. Vandaag heb je een tegenslag gekregen, maar het is niet het einde van de wereld.“

Alexander gaat naast hem op het bed zitten en begint kalmerend over zijn rug te wrijven. Ondanks zijn verdriet vindt hij het een prettig gevoel. Hij merkt, dat Alexander zijn verdriet wegmasseert en vraagt zich af, hoe de man dat doet.

„Hoe weet je dat zo zeker?“
„Omdat volgens Lars het DNA-onderzoek betere resultaten geeft.“
„Maar wat als daar hetzelfde uitkomt?“
„Dan verandert er niets. Je woont nog steeds bij mijn ouders, ik ben nog steeds je broer, Robin is nog steeds je vriend. Sascha en Astrid mogen je ook graag, ze zullen je niet laten vallen en willen je nog steeds beter leren kennen.“
„Maar ik wil …“
„We willen het allemaal, Wolfgang. Iedereen dacht, dat het onderzoek vandaag wel duidelijke resultaten zou geven. Is het zo erg, dat het anders is?“
„Hoe … ?“

Alexander gaat met een serieuze stem verder.

„Is het echt zo erg? Hoe lang geleden hebben zoveel mensen zich druk gemaakt over je en je in hun leven willen opnemen? Vertel het me. Je hoeft geen familie van Robin te zijn om met hem om te gaan. Hij is er nu al en je zal veel moeite moeten doen om hem of mij weer weg te krijgen uit je leven. We hebben je iets beloofd en we willen onze belofte nakomen.“
„Maar ik wil een familie!“

Wolfgang moet weer huilen. Hij draait zich om en pakt Alexander’s been met een hand vast. De serieuze blik van zijn gastheer kan hij niet ontwijken, Alexander’s warme hand veegt de tranen van zijn gezicht af.

„Je hebt familie. Een familie is niet altijd een moeder en een vader en broers of zussen. Deze kamer is van onze vriendin Dagmar, je zal haar nog een keer ontmoeten. Ze studeert momenteel in London en wil architecte worden. Ze is geen echte familie van ons, maar ze is een hele goede vriendin voor Robin en mij. Voor ons is ze ook familie, net zoals Sascha en Astrid dat zijn en … jij!“
„Ik zou je willen geloven, maar er gaat altijd iets mis.“
„Deze keer niet, Wolfgang. Zelfs als het DNA-onderzoek dezelfde uitkomst geeft als de onderzoeken van vandaag, verandert er niets.“

Opeens komt er een aparte glimlach op Alexander’s gezicht.

„Bekijk het positief. Het betekent, dat je Sascha weer gerust kunt vertellen, dat hij er lekker uitziet.“
„Stop!“

Hij wil niet lachen. Nu lachen betekent, dat hij niet meer hoeft te huilen. Alexander heeft net alleen dingen verteld die waar zijn. Hij heeft eindelijk een familie en al deze mensen willen hem kennen. Dat is nog nooit eerder gebeurd.

„Kom met me mee naar de anderen. Het is voor iedereen een erg lange dag geworden. We maken wat te eten en daarna zitten we bij elkaar als een familie.“
„Ik heb geen honger.“
„Dan ben je beslist geen echte Krone. De Kronemannen kunnen eten!“
„Vergeet het.“
„Kom op.“

Alexander pakt Wolfgang bij de hand en trekt hem half overeind op het bed.

„Stop ermee, Alexander.“
„Nee. Ik deed dit altijd bij mijn kleine broertje. Hij had er een hekel aan.“
„Ik vind het niet leuk.“
„Dat is goed. Je moet het ook vervelend vinden. Kom je nu mee naar de anderen?“

Alexander steekt zijn hand opnieuw uit naar hem. Hij heeft geen keus en geeft toe aan Alexander’s grote glimlach door zijn hand te pakken, waarna zijn ‘broer’ hem meeneemt naar de woonkamer.