VAKANTIE 2001
door Lucky Eye » maandag 02 maart 2015 16:00
Een verhaal van Lucky Eye
Disclaimer:
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.
Reacties zijn altijd welkom. Je kunt ze plaatsen hier op de site op de daarvoor bestemde plaats of rechtstreeks mailen naar mij.
© Lucky Eye, januari 2015 (gereviseerde versie)
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.
lucky_eye2@yahoo.co.uk
DE EERSTE WEEK
Hoofdstuk 1
Opmerking vooraf: Ik weet heus wel dat de week op maandag begint. Christenen zeggen echter dat zondag de eerste dag van de week is. Als je in de vakantieperiode een huisje huurt voor een of meerdere weken, begint de week echter altijd op een vrijdag of zaterdag. In mijn geval dus op een …
Zaterdag 21 juli
Op de 21e juli, volgens de ANWB een van de drukste zaterdagen in de zomervakantie, pakte ik ’s ochtends vroeg mijn auto in en ging op weg. Het dorp door en richting de snelweg. Niet zoals in vele voorgaande jaren richting Schiphol maar dit keer om eens vakantie te gaan vieren in eigen land. Jaren achtereen was ik met mijn vriend naar zonnige oorden rond de Middellandse Zee gegaan en ook de afgelopen twee jaren had ik daar in mijn eentje de vakantie doorgebracht, zoekend naar herinneringen aan voorbije tijden. Nu dat proces echter afgesloten was, wilde ik ergens naar toe waar ik nog nooit met hem samen was geweest. Mijn keuze was gevallen op Zuid-Limburg. Al in januari had ik een huisje besproken net even buiten Epen. Het plaatje in de folder van de VVV was schitterend geweest en het had me meteen getrokken. Ik ging voor de rust, de stilte, het alleenzijn. Drukke vakantiecentra hoefde ik niet (meer). Wandelen, fietsen en af en toe eens helemaal niets.
Het was inderdaad druk op de weg maar niet extreem. Bij Arnhem was het even in file rijden maar het reed tenminste nog. De signalering boven de weg maakte me kwaad. Stond de enorme rij auto’s op twee banen stil dan gaven die dingen 70 aan! Werd er lekker doorgereden dan ineens weer 50 terwijl je minstens 80 kon rijden! Gek word je soms toch van die echt Nederlandse betutteling. Bij een tankstation maakte ik even een stop voor een plas en een kop koffie. Bij het knooppunt Grijsoord was het weer even hectisch op de weg vooral omdat veel mensen niet precies wisten waar ze heen moesten en de raarste capriolen uithaalden. Zomaar van baan verwisselen zonder richting aan te geven bijvoorbeeld. Daarna verliep de reis soepel. Geen enkel probleem meer. De grens met Limburg werd al snel overschreden en bij Venlo kwam pas het echte verkeersprobleem. De Napoleonsweg; tweebaans dwars door Limburg heen. Maar ik had deze weg verkozen boven de route over Eindhoven alleen al vanwege het uitzicht en de leuke dorpjes aan weerszijden van deze verkeersader. Maar opschieten kun je daar absoluut niet. Het verkeer slingerde zich als een lang aaneengesloten lint door de kleine plaatsjes heen. Rustig blijven en niet te hard willen, luidt dan het advies. En ik had vakantie dus wat zou ik me druk maken!
Bij Thorn ging het weer de snelweg op richting Maastricht. In Echt stopte ik even bij de McDonald’s. Een ongezonde snelle hap, zij het met de McSalad Shaker en weer verder in de richting van het heuvelland. Aan het eind van de reis ging het bijna nog mis. De routebeschrijving die ik gekregen had van de verhuurders van het huisje klopte niet helemaal omdat er wegwerkzaamheden waren. Vlak voor de grens dus toch maar even de kaart gecontroleerd. Daarna nam ik de eerste de beste afslag om niet in Duitsland te belanden. Via Simpelveld kwam ik uiteindelijk in Nijswiller uit en vanaf daar kon de gekregen routebeschrijving weer gevolgd worden. Bij Wahlwiller in de richting van Mechelen en toen begon het landschap gigantisch mooi te glooien. De heuvels strekten zich voor me uit en merkwaardig genoeg begon ik me ineens thuis te voelen. Het voelde fantastisch. Met de ogen wijd opengesperd om maar niets van het wondermooie landschap te missen reed ik verder. Door het dorpje Mechelen waar ik stevig op de rem moest omdat er gewaarschuwd werd dat de maximumsnelheid 30 was in plaats van 50 en dat een overtreding ƒ 280,00 zou gaan kosten. Weer zoiets Nederlands. Nee niet de boete hoor, daar had ik geen probleem mee maar er was gewoon geen enkele reden om daar nu maar 30 te mogen rijden. Oké, er waren wegwerkzaamheden maar op zaterdag en dan ook nog in de bouwvakvakantie werkte er natuurlijk geen hond.
Drie kilometer na Mechelen kwam Epen in zicht. Een prachtig mooi dorp maar het was er druk. Ik zocht en vond een parkeerplaatsje en liep de hoofdstraat in om wat inkopen te doen bij de supermarkt. Een halfuur later stond ik weer op de stoep met een doos vol boodschappen. Toen nog even snel de routebeschrijving bekeken en maar weer op weg. Het dorp door en dan in de richting van Vaals. De weg kronkelde zich in de richting van de Geul, stak deze over en begon toen te hellen. Het ging flink omhoog. Halverwege de klim liep de weg naar links bij een muurtje en toen weer steil omhoog. Aan de linkerkant was camping ‘De Rozenhof’ met een cafetaria. Een mooie gelegenheid om eens te gaan eten als ik zelf geen zin had om iets te maken, bedacht ik. Boven aan de top van de heuvel sloeg ik een klein weggetje in naar rechts. Het bordje vermeldde ‘Camerig’. Ik was er bijna. Superlangzaam verder rijdend, omdat het een verrekt smal niet te overzien weggetje was, kwam ik waar ik moest zijn. Ik draaide het erf op en parkeerde de auto op het met rode steentjes bedekte terrein. Ik opende het portier en zag meteen iemand uit het huis komen. Een donkerharige vrouw kwam me, toen ik uitgestapt was, met uitgestoken hand tegemoet en begroette me met een duidelijk Limburgs accent: “Hebt u een goede reis gehad en kon u het makkelijk vinden?”
“Ja hoor, dat ging prima en ook nog weinig oponthoud gehad. Alleen het laatste stukje. Er was een omleiding maar ik heb het gevonden.” Ze ging me voor naar mijn onderkomen voor de komende twee weken en liet me zien waar alles was. Het was goed ingericht en ik had de keuze uit wel twee slaapkamers. Na de korte rondleiding wenste ze me een goede vakantie en zei dat er altijd iemand thuis was, mocht ik vragen hebben. Ik bedankte haar en liet haar uit. Voor het venster staand, dat bijna de hele voorgevel van het huisje besloeg, keek ik uit over een mooie grote tuin en in de verte het Geuldal. Echt schitterend. Een tijdje stond ik daar te genieten alvorens terug te gaan naar de auto om mijn tas te halen. Bij de auto aangekomen hoorde ik hoefgeklepper. Ik keek om me heen en zag een paard het terrein van de buren oplopen. Met mijn tas in de hand bleef ik staan kijken. Niet dat ik zo geïnteresseerd was in paarden maar de jongen die op de rug van het paard zat was zeker de moeite van het bekijken waard. Hij reed echter snel voorbij en met een starende blik bleef ik achter. Verschrikt over mijn eigen gedrag, liep ik hoofdschuddend naar mijn huisje. Wat had ik toch, wat stelde dit voor. Nou ja met kijken is natuurlijk niets mis maar ik had daar echt staan te staren naar hem en een vreemd, oud gevoel had zich van me meester gemaakt. De jongen was hooguit twintig en ik al flink onderweg naar de dertig. Dat kon toch nooit wat worden. Hij kon veel leukere en vooral jongere jongens krijgen als hij überhaupt al belangstelling voor jongens had! Misschien had hij wel een vriendin. Maar wat maakte ik me toch ook druk om zo’n jongen? Over mijn liefdesleven had ik geen klagen. Ik had dan wel een verbroken relatie maar in de twee jaren daarna was ik best wel aan mijn trekken gekomen.
Na het avondeten nam ik een douche om het figuurlijke reisstof van me af te spoelen en in short en T-shirt keek ik nog wat TV. Al snel kon het me echter niet meer boeien en besloot ik maar naar bed te gaan. Een goede nachtrust zou me goed doen. In bed viel ik als een blok in slaap.
Zondag 22 juli
De volgende ochtend was ik al tegen vijven wakker. De vogels floten er flink op los en de zon scheen al uitbundig door de kieren van het gordijn heen. Een tijdje bleef ik nog liggen maar tegen zeven uur had ik pijn in mijn rug van het heen en weer draaien. Dan maar eruit! Ik waste me en haalde het scheermes over mijn gezicht. Met een paar gesmeerde boterhammen zette ik me aan de tuintafel voor het huisje. Het was nog niet echt warm maar korte broek en T-shirt voldeden prima op deze slome zondagochtend. Van de plek waar ik zat kon ik aan de rechterkant het erf van de buren zien en ook het paard dat ik gisteren gezien had. Nadat ik het eten op had, liep ik met een kapje van het brood naar het beest toe. Ik bleef bij het hek staan en tikte er tegen om de aandacht te trekken. Het beest reageerde echter nauwelijks, even hief het de kop, sorry het hoofd, op om me glazig aan te kijken maar voor het stuk brood dat ik zelf niet wilde eten had het geen belangstelling. Ik hield het in de hand misschien waren er nog wel ergens eendjes of zo.
“Verspilde moeite hoor,” hoorde ik plotseling achter me. Ik draaide me om en zag de jongen van gisteren aankomen met een zadel en allerlei andere dingen die je nodig hebt om een paard op te tuigen.
“Hoe bedoel je?”
“Dat kapje brood.” En hij wees naar mijn hand. “Marie is verwend en maakt zich echt niet druk om zoiets. Een suikerklontje, dat werkt beter.” Hij legde het zadel over het hek heen en daaroverheen de leidsels om vervolgens een klontje uit de zak van zijn strakke, beige rijbroek te halen. Hij legde dit op zijn hand en floot op de vingers van zijn andere hand. Meteen kwam het paard aangelopen. “Ziet u, dat doet wonderen,” zei hij terwijl het paard het klontje van zijn hand hapte en hij het dier over de kop aaide. “Wilt u haar ook even aaien?”
“Nee, doe maar niet. Ik heb het niet zo op zulke grote beesten.” Verbaasd keek hij me aan.
“Waarom bracht u haar dan dat kapje brood?”
Gut ja, waarom eigenlijk. Ik haalde mijn schouders op. “Waarschijnlijk iets waar ik niet zo snel bij nagedacht heb. Soms heb ik dat, dan doe ik ineens iets waar ik helemaal niet bij nadenk. Echt naïef van me.” Hij lachte, opende het hek en stapte het weiland in. Terwijl hij het dier optuigde bleef het stil staan. De jongen scheen goed met het paard overweg te kunnen. In een snelle beweging steeg hij op en reed het hek uit.
“Zeg, wilt u het hek misschien sluiten?” Natuurlijk wilde ik dat wel. Hij stak zijn hand naar me op en reed weg. Ik keek hem na en verdomme, daar was dat zelfde gevoel als gisteren weer. Wat was er met me aan de hand? Ik slenterde terug naar mijn terras en genoot van de zon op mijn lijf. Kon het hele leven maar uit dit soort momenten bestaan. Heerlijk lui in een stoel in de zon zitten. Zo genietend, doezelde ik warempel nog wat weg en haalde ik toch nog wat gemiste slaap in. Tegen tien uur zette ik koffie en toen ik aan mijn tweede kop toe was, hoorde ik het paard en de jongen terug komen. Vanaf mijn plekkie sloeg ik ze gade. Waarbij, ik hoef je het al niet meer te zeggen denk ik, de jongen de meeste aandacht kreeg. Halflang pikzwart haar met een scheiding in het midden, donkerbruine ogen (niet dat ik dat vanaf mijn terras kon zien maar dat had ik vanochtend al opgemerkt), wit T-shirt, strakke rijbroek en hoge zwarte laarzen. Toen hij het paard weer in het weiland had gelaten en terugliep met het tuig stak hij een hand naar me op. Ik groette hem terug. Had hij echt naar me gelachen?
Die dag bleef ik verder thuis. Zin in een wandeling had ik niet en de fiets die ik besteld had zou pas morgen gebracht worden. Gewoon lekker lui in een stoel of plat op een handdoek in de tuin. De kinderen van de andere twee huisjes speelden in de tuin met elkaar en met hun ouders praatte ik ook nog eventjes. Je weet wel, de gewone uitwisselingen: waar komt u vandaan, bent u hier al vaker geweest en dat soort zaken. Na het avondeten, gebakken aardappelen met appelmoes en een schnitzel, liep ik de heuvel af om een ijsje te halen in het dal. Op de terugweg kwam ik, hevig likkend omdat het ding in mijn handen dreigde te smelten, de jongen van het paard tegen met een groep jongens en meisjes. Opnieuw groette hij me vriendelijk en inderdaad: hij lachte naar me.
Maandag 23 juli
De volgende ochtend was ik weer vroeg wakker en dit keer stapte ik meteen uit bed. Dan maar vroeg ontbijten en vroeg op pad. Voordeel van vroeg wandelen is dat alles nog zo lekker fris ruikt. Bovendien loop je je niet zo snel in het zweet aangezien het nog niet al te warm is. Aan de hand van een wandelgids liep ik door weilanden en bossen, over hellingen en langs beekjes. Werkelijk schitterend gewoon. Na een paar uur gelopen te hebben stopte ik even om wat te drinken. Daarna ging ik weer verder. Langzamerhand werd de wereld om me heen wakker en zag ik de eerste andere wandelaars lopen. Ook mountainbikers kwam ik tegen en de hellingen en heuvels bekijkend vroeg ik me af of ik dat zelf wel zou kunnen redden. Ach, dat zou ik ook wel zien. Op een bospad kwam me een paard met berijder achterop. Ik maakte ruimte en in volle draf reed hij me voorbij. Het was de jongen.
“Goedemorgen,” riep hij naar me en ik groette terug.
Net na het middaguur was ik weer thuis. Gek genoeg keek ik meteen of het paard weer in het weiland stond. Ja. Jammer! Geen kans dus meer om de jongen te zien. Een koude douche dat is wat ik nodig had. Ik spoelde de warmte van het lopen en het vreemde gevoel dat de jongen me gaf van me af. Een paar boterhammen en ik was weer mens. De bestelde fiets was gebracht en ik bekeek hem eventjes. Vroeg aan de beheerder om een sleutel om het zadel en het stuur in te stellen en zowaar het lukte me ook nog. Ik had echter geen zin om hem meteen uit te proberen en met een boek ging ik onder een grote boom in de tuin zitten; heerlijk de rest van de dag lezen. ’s Avonds liep ik naar het dorp om een pannenkoek te eten. Teruglopend naar huis kwam me tegen negenen een auto achterop die toeterde. Ik wist niet wie het was.
Dinsdag 24 juli
Het werd een gewoonte. Ook dinsdags was ik weer vroeg wakker. Ik had er echter geen moeite mee en stak mijn voeten weer snel in de wandelschoenen. Er lag wat dauw over de velden en dat alles gaf het landschap een feeërieke sfeer. Alsof niet alleen de mensen nog wakker moesten worden maar ook het land zelf. Ik waande me alleen op de wereld zo stil was het overal. Totdat ik de jongen met het paard tegen kwam. Ditmaal reed hij me stapvoets tegemoet.
“Goedemorgen,” riep hij.
“Goedemorgen,” groette ik. Het paard stapte langs me heen en toen ik me omdraaide zag ik dat de jongen op het paard dat ook deed. Hij lachte naar me en ik lachte terug. Ik liep verder geen enkele betekenis hechtend aan de uitgewisselde glimlach. Verbaasd keek ik echter opnieuw achterom toen ik het paard in mijn richting hoorde komen. Hij had het paard gewend en was al snel bij me.
“Bent u altijd zo vroeg op?”
“Ja, het schijnt hier een gewoonte van me te worden. Thuis ben ik meer een langslaper hoor!”
“Al vaker hier op vakantie geweest?”
“Nee, nog nooit. En jij?”
“Ach, ik kom hier al vanaf dat ik zo was.” En met twee handen duidde hij een heel klein jongetje aan dat hij eens geweest moest zijn. “Ik weet niet anders of we gaan naar Epen op vakantie.”
“En gek op paarden?”
“Ja. Stapeldol. Al jaren rijd ik in de vakantie op Marie. Ik wou dat we thuis ook een paard hadden maar ja, in de stad is dat lastig hè!”
“Waar woon je dan?”
“Groningen. En u?”
“Je mag wel jij zeggen hoor. Bij ‘u’ voel ik me zo oud.” En bij hem vergeleken was ik dat natuurlijk ook maar toch…
“Oké, ik zal het proberen maar ik ben netjes opgevoed en heb geleerd dat ik tegen mensen die ik niet ken u moet zeggen.”
“Nou laten we daar dan meteen iets aan doen!” Ik stak mijn hand naar hem uit en zei: “Vincent Waelbers.” Hij boog naar me toe, schudde mijn hand en zei dat hij Casper van Egmond heette. “Nu je mij kent, hoef je dus geen u meer te zeggen.” Casper lachte zijn mooie, witte tanden bloot.
“Je hebt gelijk. Nu ik u ken zal ik u je noemen.” Beiden moesten we lachen. We praatten over Zuid-Limburg en de omgeving van Epen, hij op de rug van het paard en ik ernaast. Hij bekeek mijn wandelgidsje en vroeg of ik al eens langs de Geul gelopen had. “Moet u, sorry, moet je echt eens doen. Is een schitterende omgeving. Weet u wat, als je morgen zo tegen het middaguur bij de groeve bent, dan zal ik je daar de omgeving wat laten zien.”
“Waar is de groeve?”
“Och, sorry. Je bent hier niet bekend. Vergeten.” Lenig sprong hij van het paard en wees me op mijn kaart de groeve aan en ook nog de snelste route daarheen. Hij stapte weer op en zei dat hij het paard moest terugbrengen. We namen afscheid en lang keek ik hem nog na.
De ontmoeting met Casper, maar vooral het feit dat we een afspraak hadden voor de volgende dag, had me een geweldig goed gevoel gegeven en toen ik thuis onder de douche stond tintelde mijn hele lijf. Gelukkig vloog de rest van de dag voorbij. Ik leek wel een puber die voor het eerst een afspraakje had zo nerveus was ik.
Woensdag 25 juli
Alhoewel ik weer vroeg wakker was, ging ik niet op pad deze ochtend omdat ik een afspraak met Casper had. Ik testte in de directe omgeving van het huisje mijn fiets wat uit en bemerkte dat de heuvels best te nemen waren. Al met al had ik me toch nog behoorlijk in het zweet gewerkt en daarom douchte ik me voordat ik naar de groeve liep. De mij door Casper gewezen weg was eenvoudig en veel te vroeg was ik er dan ook al. Casper echter ook want ik zag Marie aan een boom aangebonden staan. Ik liep naar haar toe en waagde het haar over het hoofd te aaien. Toen pas zag ik de jongen. Hij lag in een blauwe zwembroek aan de kant van het riviertje. Ik liep naar hem toe. Toen ik zijn zonlicht wegnam, keek hij naar me op.
“Hé, je bent vroeg.”
“Jij nog vroeger,” luidde mijn antwoord. Ik zette mijn rugzak neer en nam de knaap goed in me op. Een prachtig mooi lichaam had hij. Lekker gebruind, lichte donkerkleurige borstbeharing op een mooi gewelfde borst, een lekker streepje haar van zijn navel naar zijn zwembroek een mooie strakke buik en lekker behaarde benen. Dat alles deed me genieten.
“Kom je erbij liggen? Het is veel te warm om door de omgeving te banjeren vandaag!” Hij klopte uitnodigend op de plek op het brede badlaken naast hem. Ik trok mijn schoenen en sokken uit en daarna ook mijn shirt. Toen legde ik me voorzichtig naast hem neer om hem niet aan te raken. Ik vouwde mijn handen onder mijn hoofd, liet de zon op mijn lijf schijnen en zuchtte diep. “Mooi is het hier, hé?”
“Ja, een prachtig uitzicht.” Waarvan geen woord gelogen was, ik had toch al gezegd hoe mooi hij was! Nadat we een tijdje stil naast elkaar gelegen hadden, draaide hij zich op zijn zij.
“Mag ik je wat vragen?”
“Natuurlijk.”
“Maar het is misschien wel een wat indiscrete vraag!”
“Nou ja, probeer maar. Ik kan er altijd nog voor kiezen om niet te antwoorden.” Even bleef het stil. Ik zag dat hij woorden in zijn hoofd en mond probeerde te vormen maar ze kwamen nog niet over zijn lippen.
“Ben jij homo?” Nou die vraag had ik niet verwacht. Ik weet ook niet wat ik wel verwacht had maar dit in elk geval niet. Ik wilde echter niet moeilijk gaan doen door dingen te zeggen als ‘hoezo?’ of ‘wat bedoel je daarmee?’
“Ja, ik ben homo. Is dat duidelijk te zien?” Hij werd rood in zijn gezicht en kleurde tot diep in zijn nek.
“Nee, zo bedoel ik het niet, het is echt niet te zien hoor,” stuntelde hij. Nu moet ik je eerlijk zeggen dat het aan mij ook niet te zien is. Ik ben misschien wel de meest hetero uitziende homo die er rondloopt maar dat zeggen er waarschijnlijk heel veel. Maar ik bedoel maar, ik ben geen nicht en gedraag me ook allesbehalve nichterig. Zijn hoogrode kleur nam een beetje af. “Ik ben het namelijk ook,” verklaarde hij en werd weer iets roder.
“Vind je dat een probleem?”
“Nee, niet echt alleen … ik heb nog nooit iets gehad met iemand en durf meestal geen contact te leggen.”
“Nou daar heb ik eigenlijk niet veel van gemerkt,” zei ik en keek hem zonder gene aan en zag in zijn strakke zwembroek iets groot worden.
“Nee, maar bij jou was dat ook anders. Vanaf dat ik je zag heb ik dat wel gedurfd. En eigenlijk was dat heel raar voor mij. Ik ben van mezelf echt heel verlegen en praat niet zomaar met iemand. Met jou ging dat als vanzelf. Raar hè, vind je niet?”
Gut, wat moest ik hierop antwoorden. Ik knikte wat en ineens gebeurde het. Het ging allemaal vliegensvlug. Zo snel dat ik niet eens kon reageren. Voor ik het wist, lag Casper boven op mij en begon hij zijn kruis tegen het mijne te bewegen. Hij kreunde en ik voelde hoe groot en hard hij was. Hij drukte zijn lippen op die van mij en baande zich een weg naar binnen. Ik liet hem begaan. Onze tongen vonden elkaar eventjes en toen verbrak hij de kus en door de diepe zucht die hij slaakte, merkte ik dat hij klaargekomen was. Meteen draaide hij zich van me af, stond op en wilde zich aan gaan kleden. Ik sprong op. “Casper, niet doen!”
“Ik schaam me dood!” sprak hij op huilerige toon. Hij was opnieuw vuurrood in gezicht en hals en het huilen stond hem echt nader dan het lachen. “Ik had dit nooit mogen doen! Ik heb misbruik van je gemaakt! Verdomme! Waarom doe ik dan toch ook zo stom!”
Ik pakte hem bij beide armen beet en trok hem naar me toe. Ik praatte tegen hem en probeerde hem tot rust te brengen. “Het geeft niets. Er is toch helemaal niets bijzonders gebeurd?”
“Jawel, ik heb me vreselijk laten gaan bij jou en was zo geil dat ik op je klaargekomen ben!”
“Nou en, wat zou dat?”
“Dat is toch vreselijk! Als we nou beiden…”
“Houd op, Casper. Doe jezelf dit niet aan. Oké, je hebt je laten gaan maar het geeft niet. Ik vind het niet erg.” Hij keek me recht in de ogen en wendde toen zijn blik af.
“Echt niet?”
“Echt niet. Kom ga weer liggen. Doe je zwembroek uit.” Verbaasd keek hij me aan. “Nee ik wil niets van je, Casper, maar dan kun je hem even uitspoelen en jezelf ook even schoonmaken.” Hij deed wat ik zei, stapte het water in, trok zijn zwembroek uit en begon deze uit te spoelen. Ik keek toe en genoot met volle teugen. Wat prachtig. Wat was hij mooi. Ik ging weer liggen en even later kwam hij bij me.
“Ik schaam me nog steeds dood.”
Ik verzekerde hem opnieuw met klem dat dat echt niet nodig was. “Je had hiervan moeten genieten jongen. Het was de eerste keer dat je bij iemand klaarkwam, toch?” Hij knikte. Ik pakte zijn hand en kneep er zachtjes in. Hij rilde over zijn hele lijf. Zachtjes streelde ik zijn arm. Het voelde heerlijk aan. Een warm jongenslijf zo dichtbij. Dit was heerlijk.
“Ik… euh… ik weet niet of ik wel verder wil hoor!?”
“Ik ga ook echt niet verder hoor. Ik probeerde je alleen maar te troosten en je wat op je gemak te stellen. Bovendien ben ik veel te oud voor je. Er zijn jongens van jouw leeftijd genoeg die wat met je zouden willen.”
“Denk je?”
“Natuurlijk! Waarom niet? Je bent knap, goed gemanierd, leuk in de omgang.” Hij begon te lachen.
“Zou je me wat vast willen houden?”
Natuurlijk wilde ik dat wel. Ik had me flink gehouden maar het liefst had ik natuurlijk heftig met hem willen vrijen hier maar ik wist ook dat ik geen partij voor hem was. Ik draaide me naar hem toe en sloeg mijn armen om hem heen en hij de zijne om mij. We lagen een hele tijd rustig naar elkaars ademhaling en hartslag te luisteren totdat hij zei dat hij terug naar de camping moest. We stonden op. Hij trok zijn inmiddels droge zwembroek weer aan en ook de rest van zijn kleren.
“Weet je dat jij ook best knap bent,” zei hij ineens.
“Oh ja? Wat vind je dan mooi aan mij?” vroeg ik terwijl ik me aankleedde.
“Je ogen, je lippen, je borsthaar…”
“Maar dat heb jij ook,” bracht ik in.
“Ja, maar dat van jou lijkt net goudspinsel als de zon erop schijnt.”
Ik lachte naar hem en streek hem over zijn wang. “Je bent een leuk joch weet je dat?”
“Ja?”
“Ja!”
“Maar ik moet nu echt weg hoor. Anders ben ik te laat en vragen de anderen zich af waar ik blijf. Kan ik je misschien nog eens zien?”
Dit had ik totaal niet verwacht en even stond ik dan ook met open mond naar woorden te zoeken. “Ja, natuurlijk wel. Vanavond koffie?”
“Prima! Hoe laat?”
Ik stelde acht uur voor en hij vond dat uitstekend. Hij steeg op en zette Marie aan tot een draf. Nog even keek hij achterom en zwaaide naar me. Ik stak mijn hand op. Langzaam, nog nagenietend van de geheel onverwachte gebeurtenissen, liep ik de heuvel op naar mijn huisje.
Buiten in de zon was het me eventjes te warm vandaar dat ik binnen neerplofte op de bank na de gordijnen dichtgetrokken te hebben. Ik trok mijn schoenen uit en ontknoopte mijn shirt. Mijn hand gleed in mijn korte broek en betastte mijn pik. Hij groeide snel. Zou Casper gevoeld hebben dat ook ik hard was geweest toen hij zo heerlijk tegen mij aan had bewogen? Het maakte me niet uit. Ik werd bij de herinnering aan zijn heerlijke lijf opnieuw geil. En al kon ik hem dan niet hebben, niemand kon het me afnemen om te fantaseren over hem. De knoop ging los en de rits naar beneden en met stevige halen begon ik me te rukken. Ik zakte onderuit op de bank en pompte net zolang met mijn vuist op en neer tot het witte zaad me op het lijf kletterde.
Disclaimer:
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.
Reacties zijn altijd welkom. Je kunt ze plaatsen hier op de site op de daarvoor bestemde plaats of rechtstreeks mailen naar mij.
© Lucky Eye, januari 2015 (gereviseerde versie)
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.
lucky_eye2@yahoo.co.uk
VAKANTIE 2001
DE EERSTE WEEK
Hoofdstuk 1
Opmerking vooraf: Ik weet heus wel dat de week op maandag begint. Christenen zeggen echter dat zondag de eerste dag van de week is. Als je in de vakantieperiode een huisje huurt voor een of meerdere weken, begint de week echter altijd op een vrijdag of zaterdag. In mijn geval dus op een …
Zaterdag 21 juli
Op de 21e juli, volgens de ANWB een van de drukste zaterdagen in de zomervakantie, pakte ik ’s ochtends vroeg mijn auto in en ging op weg. Het dorp door en richting de snelweg. Niet zoals in vele voorgaande jaren richting Schiphol maar dit keer om eens vakantie te gaan vieren in eigen land. Jaren achtereen was ik met mijn vriend naar zonnige oorden rond de Middellandse Zee gegaan en ook de afgelopen twee jaren had ik daar in mijn eentje de vakantie doorgebracht, zoekend naar herinneringen aan voorbije tijden. Nu dat proces echter afgesloten was, wilde ik ergens naar toe waar ik nog nooit met hem samen was geweest. Mijn keuze was gevallen op Zuid-Limburg. Al in januari had ik een huisje besproken net even buiten Epen. Het plaatje in de folder van de VVV was schitterend geweest en het had me meteen getrokken. Ik ging voor de rust, de stilte, het alleenzijn. Drukke vakantiecentra hoefde ik niet (meer). Wandelen, fietsen en af en toe eens helemaal niets.
Het was inderdaad druk op de weg maar niet extreem. Bij Arnhem was het even in file rijden maar het reed tenminste nog. De signalering boven de weg maakte me kwaad. Stond de enorme rij auto’s op twee banen stil dan gaven die dingen 70 aan! Werd er lekker doorgereden dan ineens weer 50 terwijl je minstens 80 kon rijden! Gek word je soms toch van die echt Nederlandse betutteling. Bij een tankstation maakte ik even een stop voor een plas en een kop koffie. Bij het knooppunt Grijsoord was het weer even hectisch op de weg vooral omdat veel mensen niet precies wisten waar ze heen moesten en de raarste capriolen uithaalden. Zomaar van baan verwisselen zonder richting aan te geven bijvoorbeeld. Daarna verliep de reis soepel. Geen enkel probleem meer. De grens met Limburg werd al snel overschreden en bij Venlo kwam pas het echte verkeersprobleem. De Napoleonsweg; tweebaans dwars door Limburg heen. Maar ik had deze weg verkozen boven de route over Eindhoven alleen al vanwege het uitzicht en de leuke dorpjes aan weerszijden van deze verkeersader. Maar opschieten kun je daar absoluut niet. Het verkeer slingerde zich als een lang aaneengesloten lint door de kleine plaatsjes heen. Rustig blijven en niet te hard willen, luidt dan het advies. En ik had vakantie dus wat zou ik me druk maken!
Bij Thorn ging het weer de snelweg op richting Maastricht. In Echt stopte ik even bij de McDonald’s. Een ongezonde snelle hap, zij het met de McSalad Shaker en weer verder in de richting van het heuvelland. Aan het eind van de reis ging het bijna nog mis. De routebeschrijving die ik gekregen had van de verhuurders van het huisje klopte niet helemaal omdat er wegwerkzaamheden waren. Vlak voor de grens dus toch maar even de kaart gecontroleerd. Daarna nam ik de eerste de beste afslag om niet in Duitsland te belanden. Via Simpelveld kwam ik uiteindelijk in Nijswiller uit en vanaf daar kon de gekregen routebeschrijving weer gevolgd worden. Bij Wahlwiller in de richting van Mechelen en toen begon het landschap gigantisch mooi te glooien. De heuvels strekten zich voor me uit en merkwaardig genoeg begon ik me ineens thuis te voelen. Het voelde fantastisch. Met de ogen wijd opengesperd om maar niets van het wondermooie landschap te missen reed ik verder. Door het dorpje Mechelen waar ik stevig op de rem moest omdat er gewaarschuwd werd dat de maximumsnelheid 30 was in plaats van 50 en dat een overtreding ƒ 280,00 zou gaan kosten. Weer zoiets Nederlands. Nee niet de boete hoor, daar had ik geen probleem mee maar er was gewoon geen enkele reden om daar nu maar 30 te mogen rijden. Oké, er waren wegwerkzaamheden maar op zaterdag en dan ook nog in de bouwvakvakantie werkte er natuurlijk geen hond.
Drie kilometer na Mechelen kwam Epen in zicht. Een prachtig mooi dorp maar het was er druk. Ik zocht en vond een parkeerplaatsje en liep de hoofdstraat in om wat inkopen te doen bij de supermarkt. Een halfuur later stond ik weer op de stoep met een doos vol boodschappen. Toen nog even snel de routebeschrijving bekeken en maar weer op weg. Het dorp door en dan in de richting van Vaals. De weg kronkelde zich in de richting van de Geul, stak deze over en begon toen te hellen. Het ging flink omhoog. Halverwege de klim liep de weg naar links bij een muurtje en toen weer steil omhoog. Aan de linkerkant was camping ‘De Rozenhof’ met een cafetaria. Een mooie gelegenheid om eens te gaan eten als ik zelf geen zin had om iets te maken, bedacht ik. Boven aan de top van de heuvel sloeg ik een klein weggetje in naar rechts. Het bordje vermeldde ‘Camerig’. Ik was er bijna. Superlangzaam verder rijdend, omdat het een verrekt smal niet te overzien weggetje was, kwam ik waar ik moest zijn. Ik draaide het erf op en parkeerde de auto op het met rode steentjes bedekte terrein. Ik opende het portier en zag meteen iemand uit het huis komen. Een donkerharige vrouw kwam me, toen ik uitgestapt was, met uitgestoken hand tegemoet en begroette me met een duidelijk Limburgs accent: “Hebt u een goede reis gehad en kon u het makkelijk vinden?”
“Ja hoor, dat ging prima en ook nog weinig oponthoud gehad. Alleen het laatste stukje. Er was een omleiding maar ik heb het gevonden.” Ze ging me voor naar mijn onderkomen voor de komende twee weken en liet me zien waar alles was. Het was goed ingericht en ik had de keuze uit wel twee slaapkamers. Na de korte rondleiding wenste ze me een goede vakantie en zei dat er altijd iemand thuis was, mocht ik vragen hebben. Ik bedankte haar en liet haar uit. Voor het venster staand, dat bijna de hele voorgevel van het huisje besloeg, keek ik uit over een mooie grote tuin en in de verte het Geuldal. Echt schitterend. Een tijdje stond ik daar te genieten alvorens terug te gaan naar de auto om mijn tas te halen. Bij de auto aangekomen hoorde ik hoefgeklepper. Ik keek om me heen en zag een paard het terrein van de buren oplopen. Met mijn tas in de hand bleef ik staan kijken. Niet dat ik zo geïnteresseerd was in paarden maar de jongen die op de rug van het paard zat was zeker de moeite van het bekijken waard. Hij reed echter snel voorbij en met een starende blik bleef ik achter. Verschrikt over mijn eigen gedrag, liep ik hoofdschuddend naar mijn huisje. Wat had ik toch, wat stelde dit voor. Nou ja met kijken is natuurlijk niets mis maar ik had daar echt staan te staren naar hem en een vreemd, oud gevoel had zich van me meester gemaakt. De jongen was hooguit twintig en ik al flink onderweg naar de dertig. Dat kon toch nooit wat worden. Hij kon veel leukere en vooral jongere jongens krijgen als hij überhaupt al belangstelling voor jongens had! Misschien had hij wel een vriendin. Maar wat maakte ik me toch ook druk om zo’n jongen? Over mijn liefdesleven had ik geen klagen. Ik had dan wel een verbroken relatie maar in de twee jaren daarna was ik best wel aan mijn trekken gekomen.
Na het avondeten nam ik een douche om het figuurlijke reisstof van me af te spoelen en in short en T-shirt keek ik nog wat TV. Al snel kon het me echter niet meer boeien en besloot ik maar naar bed te gaan. Een goede nachtrust zou me goed doen. In bed viel ik als een blok in slaap.
Zondag 22 juli
De volgende ochtend was ik al tegen vijven wakker. De vogels floten er flink op los en de zon scheen al uitbundig door de kieren van het gordijn heen. Een tijdje bleef ik nog liggen maar tegen zeven uur had ik pijn in mijn rug van het heen en weer draaien. Dan maar eruit! Ik waste me en haalde het scheermes over mijn gezicht. Met een paar gesmeerde boterhammen zette ik me aan de tuintafel voor het huisje. Het was nog niet echt warm maar korte broek en T-shirt voldeden prima op deze slome zondagochtend. Van de plek waar ik zat kon ik aan de rechterkant het erf van de buren zien en ook het paard dat ik gisteren gezien had. Nadat ik het eten op had, liep ik met een kapje van het brood naar het beest toe. Ik bleef bij het hek staan en tikte er tegen om de aandacht te trekken. Het beest reageerde echter nauwelijks, even hief het de kop, sorry het hoofd, op om me glazig aan te kijken maar voor het stuk brood dat ik zelf niet wilde eten had het geen belangstelling. Ik hield het in de hand misschien waren er nog wel ergens eendjes of zo.
“Verspilde moeite hoor,” hoorde ik plotseling achter me. Ik draaide me om en zag de jongen van gisteren aankomen met een zadel en allerlei andere dingen die je nodig hebt om een paard op te tuigen.
“Hoe bedoel je?”
“Dat kapje brood.” En hij wees naar mijn hand. “Marie is verwend en maakt zich echt niet druk om zoiets. Een suikerklontje, dat werkt beter.” Hij legde het zadel over het hek heen en daaroverheen de leidsels om vervolgens een klontje uit de zak van zijn strakke, beige rijbroek te halen. Hij legde dit op zijn hand en floot op de vingers van zijn andere hand. Meteen kwam het paard aangelopen. “Ziet u, dat doet wonderen,” zei hij terwijl het paard het klontje van zijn hand hapte en hij het dier over de kop aaide. “Wilt u haar ook even aaien?”
“Nee, doe maar niet. Ik heb het niet zo op zulke grote beesten.” Verbaasd keek hij me aan.
“Waarom bracht u haar dan dat kapje brood?”
Gut ja, waarom eigenlijk. Ik haalde mijn schouders op. “Waarschijnlijk iets waar ik niet zo snel bij nagedacht heb. Soms heb ik dat, dan doe ik ineens iets waar ik helemaal niet bij nadenk. Echt naïef van me.” Hij lachte, opende het hek en stapte het weiland in. Terwijl hij het dier optuigde bleef het stil staan. De jongen scheen goed met het paard overweg te kunnen. In een snelle beweging steeg hij op en reed het hek uit.
“Zeg, wilt u het hek misschien sluiten?” Natuurlijk wilde ik dat wel. Hij stak zijn hand naar me op en reed weg. Ik keek hem na en verdomme, daar was dat zelfde gevoel als gisteren weer. Wat was er met me aan de hand? Ik slenterde terug naar mijn terras en genoot van de zon op mijn lijf. Kon het hele leven maar uit dit soort momenten bestaan. Heerlijk lui in een stoel in de zon zitten. Zo genietend, doezelde ik warempel nog wat weg en haalde ik toch nog wat gemiste slaap in. Tegen tien uur zette ik koffie en toen ik aan mijn tweede kop toe was, hoorde ik het paard en de jongen terug komen. Vanaf mijn plekkie sloeg ik ze gade. Waarbij, ik hoef je het al niet meer te zeggen denk ik, de jongen de meeste aandacht kreeg. Halflang pikzwart haar met een scheiding in het midden, donkerbruine ogen (niet dat ik dat vanaf mijn terras kon zien maar dat had ik vanochtend al opgemerkt), wit T-shirt, strakke rijbroek en hoge zwarte laarzen. Toen hij het paard weer in het weiland had gelaten en terugliep met het tuig stak hij een hand naar me op. Ik groette hem terug. Had hij echt naar me gelachen?
Die dag bleef ik verder thuis. Zin in een wandeling had ik niet en de fiets die ik besteld had zou pas morgen gebracht worden. Gewoon lekker lui in een stoel of plat op een handdoek in de tuin. De kinderen van de andere twee huisjes speelden in de tuin met elkaar en met hun ouders praatte ik ook nog eventjes. Je weet wel, de gewone uitwisselingen: waar komt u vandaan, bent u hier al vaker geweest en dat soort zaken. Na het avondeten, gebakken aardappelen met appelmoes en een schnitzel, liep ik de heuvel af om een ijsje te halen in het dal. Op de terugweg kwam ik, hevig likkend omdat het ding in mijn handen dreigde te smelten, de jongen van het paard tegen met een groep jongens en meisjes. Opnieuw groette hij me vriendelijk en inderdaad: hij lachte naar me.
Maandag 23 juli
De volgende ochtend was ik weer vroeg wakker en dit keer stapte ik meteen uit bed. Dan maar vroeg ontbijten en vroeg op pad. Voordeel van vroeg wandelen is dat alles nog zo lekker fris ruikt. Bovendien loop je je niet zo snel in het zweet aangezien het nog niet al te warm is. Aan de hand van een wandelgids liep ik door weilanden en bossen, over hellingen en langs beekjes. Werkelijk schitterend gewoon. Na een paar uur gelopen te hebben stopte ik even om wat te drinken. Daarna ging ik weer verder. Langzamerhand werd de wereld om me heen wakker en zag ik de eerste andere wandelaars lopen. Ook mountainbikers kwam ik tegen en de hellingen en heuvels bekijkend vroeg ik me af of ik dat zelf wel zou kunnen redden. Ach, dat zou ik ook wel zien. Op een bospad kwam me een paard met berijder achterop. Ik maakte ruimte en in volle draf reed hij me voorbij. Het was de jongen.
“Goedemorgen,” riep hij naar me en ik groette terug.
Net na het middaguur was ik weer thuis. Gek genoeg keek ik meteen of het paard weer in het weiland stond. Ja. Jammer! Geen kans dus meer om de jongen te zien. Een koude douche dat is wat ik nodig had. Ik spoelde de warmte van het lopen en het vreemde gevoel dat de jongen me gaf van me af. Een paar boterhammen en ik was weer mens. De bestelde fiets was gebracht en ik bekeek hem eventjes. Vroeg aan de beheerder om een sleutel om het zadel en het stuur in te stellen en zowaar het lukte me ook nog. Ik had echter geen zin om hem meteen uit te proberen en met een boek ging ik onder een grote boom in de tuin zitten; heerlijk de rest van de dag lezen. ’s Avonds liep ik naar het dorp om een pannenkoek te eten. Teruglopend naar huis kwam me tegen negenen een auto achterop die toeterde. Ik wist niet wie het was.
Dinsdag 24 juli
Het werd een gewoonte. Ook dinsdags was ik weer vroeg wakker. Ik had er echter geen moeite mee en stak mijn voeten weer snel in de wandelschoenen. Er lag wat dauw over de velden en dat alles gaf het landschap een feeërieke sfeer. Alsof niet alleen de mensen nog wakker moesten worden maar ook het land zelf. Ik waande me alleen op de wereld zo stil was het overal. Totdat ik de jongen met het paard tegen kwam. Ditmaal reed hij me stapvoets tegemoet.
“Goedemorgen,” riep hij.
“Goedemorgen,” groette ik. Het paard stapte langs me heen en toen ik me omdraaide zag ik dat de jongen op het paard dat ook deed. Hij lachte naar me en ik lachte terug. Ik liep verder geen enkele betekenis hechtend aan de uitgewisselde glimlach. Verbaasd keek ik echter opnieuw achterom toen ik het paard in mijn richting hoorde komen. Hij had het paard gewend en was al snel bij me.
“Bent u altijd zo vroeg op?”
“Ja, het schijnt hier een gewoonte van me te worden. Thuis ben ik meer een langslaper hoor!”
“Al vaker hier op vakantie geweest?”
“Nee, nog nooit. En jij?”
“Ach, ik kom hier al vanaf dat ik zo was.” En met twee handen duidde hij een heel klein jongetje aan dat hij eens geweest moest zijn. “Ik weet niet anders of we gaan naar Epen op vakantie.”
“En gek op paarden?”
“Ja. Stapeldol. Al jaren rijd ik in de vakantie op Marie. Ik wou dat we thuis ook een paard hadden maar ja, in de stad is dat lastig hè!”
“Waar woon je dan?”
“Groningen. En u?”
“Je mag wel jij zeggen hoor. Bij ‘u’ voel ik me zo oud.” En bij hem vergeleken was ik dat natuurlijk ook maar toch…
“Oké, ik zal het proberen maar ik ben netjes opgevoed en heb geleerd dat ik tegen mensen die ik niet ken u moet zeggen.”
“Nou laten we daar dan meteen iets aan doen!” Ik stak mijn hand naar hem uit en zei: “Vincent Waelbers.” Hij boog naar me toe, schudde mijn hand en zei dat hij Casper van Egmond heette. “Nu je mij kent, hoef je dus geen u meer te zeggen.” Casper lachte zijn mooie, witte tanden bloot.
“Je hebt gelijk. Nu ik u ken zal ik u je noemen.” Beiden moesten we lachen. We praatten over Zuid-Limburg en de omgeving van Epen, hij op de rug van het paard en ik ernaast. Hij bekeek mijn wandelgidsje en vroeg of ik al eens langs de Geul gelopen had. “Moet u, sorry, moet je echt eens doen. Is een schitterende omgeving. Weet u wat, als je morgen zo tegen het middaguur bij de groeve bent, dan zal ik je daar de omgeving wat laten zien.”
“Waar is de groeve?”
“Och, sorry. Je bent hier niet bekend. Vergeten.” Lenig sprong hij van het paard en wees me op mijn kaart de groeve aan en ook nog de snelste route daarheen. Hij stapte weer op en zei dat hij het paard moest terugbrengen. We namen afscheid en lang keek ik hem nog na.
De ontmoeting met Casper, maar vooral het feit dat we een afspraak hadden voor de volgende dag, had me een geweldig goed gevoel gegeven en toen ik thuis onder de douche stond tintelde mijn hele lijf. Gelukkig vloog de rest van de dag voorbij. Ik leek wel een puber die voor het eerst een afspraakje had zo nerveus was ik.
Woensdag 25 juli
Alhoewel ik weer vroeg wakker was, ging ik niet op pad deze ochtend omdat ik een afspraak met Casper had. Ik testte in de directe omgeving van het huisje mijn fiets wat uit en bemerkte dat de heuvels best te nemen waren. Al met al had ik me toch nog behoorlijk in het zweet gewerkt en daarom douchte ik me voordat ik naar de groeve liep. De mij door Casper gewezen weg was eenvoudig en veel te vroeg was ik er dan ook al. Casper echter ook want ik zag Marie aan een boom aangebonden staan. Ik liep naar haar toe en waagde het haar over het hoofd te aaien. Toen pas zag ik de jongen. Hij lag in een blauwe zwembroek aan de kant van het riviertje. Ik liep naar hem toe. Toen ik zijn zonlicht wegnam, keek hij naar me op.
“Hé, je bent vroeg.”
“Jij nog vroeger,” luidde mijn antwoord. Ik zette mijn rugzak neer en nam de knaap goed in me op. Een prachtig mooi lichaam had hij. Lekker gebruind, lichte donkerkleurige borstbeharing op een mooi gewelfde borst, een lekker streepje haar van zijn navel naar zijn zwembroek een mooie strakke buik en lekker behaarde benen. Dat alles deed me genieten.
“Kom je erbij liggen? Het is veel te warm om door de omgeving te banjeren vandaag!” Hij klopte uitnodigend op de plek op het brede badlaken naast hem. Ik trok mijn schoenen en sokken uit en daarna ook mijn shirt. Toen legde ik me voorzichtig naast hem neer om hem niet aan te raken. Ik vouwde mijn handen onder mijn hoofd, liet de zon op mijn lijf schijnen en zuchtte diep. “Mooi is het hier, hé?”
“Ja, een prachtig uitzicht.” Waarvan geen woord gelogen was, ik had toch al gezegd hoe mooi hij was! Nadat we een tijdje stil naast elkaar gelegen hadden, draaide hij zich op zijn zij.
“Mag ik je wat vragen?”
“Natuurlijk.”
“Maar het is misschien wel een wat indiscrete vraag!”
“Nou ja, probeer maar. Ik kan er altijd nog voor kiezen om niet te antwoorden.” Even bleef het stil. Ik zag dat hij woorden in zijn hoofd en mond probeerde te vormen maar ze kwamen nog niet over zijn lippen.
“Ben jij homo?” Nou die vraag had ik niet verwacht. Ik weet ook niet wat ik wel verwacht had maar dit in elk geval niet. Ik wilde echter niet moeilijk gaan doen door dingen te zeggen als ‘hoezo?’ of ‘wat bedoel je daarmee?’
“Ja, ik ben homo. Is dat duidelijk te zien?” Hij werd rood in zijn gezicht en kleurde tot diep in zijn nek.
“Nee, zo bedoel ik het niet, het is echt niet te zien hoor,” stuntelde hij. Nu moet ik je eerlijk zeggen dat het aan mij ook niet te zien is. Ik ben misschien wel de meest hetero uitziende homo die er rondloopt maar dat zeggen er waarschijnlijk heel veel. Maar ik bedoel maar, ik ben geen nicht en gedraag me ook allesbehalve nichterig. Zijn hoogrode kleur nam een beetje af. “Ik ben het namelijk ook,” verklaarde hij en werd weer iets roder.
“Vind je dat een probleem?”
“Nee, niet echt alleen … ik heb nog nooit iets gehad met iemand en durf meestal geen contact te leggen.”
“Nou daar heb ik eigenlijk niet veel van gemerkt,” zei ik en keek hem zonder gene aan en zag in zijn strakke zwembroek iets groot worden.
“Nee, maar bij jou was dat ook anders. Vanaf dat ik je zag heb ik dat wel gedurfd. En eigenlijk was dat heel raar voor mij. Ik ben van mezelf echt heel verlegen en praat niet zomaar met iemand. Met jou ging dat als vanzelf. Raar hè, vind je niet?”
Gut, wat moest ik hierop antwoorden. Ik knikte wat en ineens gebeurde het. Het ging allemaal vliegensvlug. Zo snel dat ik niet eens kon reageren. Voor ik het wist, lag Casper boven op mij en begon hij zijn kruis tegen het mijne te bewegen. Hij kreunde en ik voelde hoe groot en hard hij was. Hij drukte zijn lippen op die van mij en baande zich een weg naar binnen. Ik liet hem begaan. Onze tongen vonden elkaar eventjes en toen verbrak hij de kus en door de diepe zucht die hij slaakte, merkte ik dat hij klaargekomen was. Meteen draaide hij zich van me af, stond op en wilde zich aan gaan kleden. Ik sprong op. “Casper, niet doen!”
“Ik schaam me dood!” sprak hij op huilerige toon. Hij was opnieuw vuurrood in gezicht en hals en het huilen stond hem echt nader dan het lachen. “Ik had dit nooit mogen doen! Ik heb misbruik van je gemaakt! Verdomme! Waarom doe ik dan toch ook zo stom!”
Ik pakte hem bij beide armen beet en trok hem naar me toe. Ik praatte tegen hem en probeerde hem tot rust te brengen. “Het geeft niets. Er is toch helemaal niets bijzonders gebeurd?”
“Jawel, ik heb me vreselijk laten gaan bij jou en was zo geil dat ik op je klaargekomen ben!”
“Nou en, wat zou dat?”
“Dat is toch vreselijk! Als we nou beiden…”
“Houd op, Casper. Doe jezelf dit niet aan. Oké, je hebt je laten gaan maar het geeft niet. Ik vind het niet erg.” Hij keek me recht in de ogen en wendde toen zijn blik af.
“Echt niet?”
“Echt niet. Kom ga weer liggen. Doe je zwembroek uit.” Verbaasd keek hij me aan. “Nee ik wil niets van je, Casper, maar dan kun je hem even uitspoelen en jezelf ook even schoonmaken.” Hij deed wat ik zei, stapte het water in, trok zijn zwembroek uit en begon deze uit te spoelen. Ik keek toe en genoot met volle teugen. Wat prachtig. Wat was hij mooi. Ik ging weer liggen en even later kwam hij bij me.
“Ik schaam me nog steeds dood.”
Ik verzekerde hem opnieuw met klem dat dat echt niet nodig was. “Je had hiervan moeten genieten jongen. Het was de eerste keer dat je bij iemand klaarkwam, toch?” Hij knikte. Ik pakte zijn hand en kneep er zachtjes in. Hij rilde over zijn hele lijf. Zachtjes streelde ik zijn arm. Het voelde heerlijk aan. Een warm jongenslijf zo dichtbij. Dit was heerlijk.
“Ik… euh… ik weet niet of ik wel verder wil hoor!?”
“Ik ga ook echt niet verder hoor. Ik probeerde je alleen maar te troosten en je wat op je gemak te stellen. Bovendien ben ik veel te oud voor je. Er zijn jongens van jouw leeftijd genoeg die wat met je zouden willen.”
“Denk je?”
“Natuurlijk! Waarom niet? Je bent knap, goed gemanierd, leuk in de omgang.” Hij begon te lachen.
“Zou je me wat vast willen houden?”
Natuurlijk wilde ik dat wel. Ik had me flink gehouden maar het liefst had ik natuurlijk heftig met hem willen vrijen hier maar ik wist ook dat ik geen partij voor hem was. Ik draaide me naar hem toe en sloeg mijn armen om hem heen en hij de zijne om mij. We lagen een hele tijd rustig naar elkaars ademhaling en hartslag te luisteren totdat hij zei dat hij terug naar de camping moest. We stonden op. Hij trok zijn inmiddels droge zwembroek weer aan en ook de rest van zijn kleren.
“Weet je dat jij ook best knap bent,” zei hij ineens.
“Oh ja? Wat vind je dan mooi aan mij?” vroeg ik terwijl ik me aankleedde.
“Je ogen, je lippen, je borsthaar…”
“Maar dat heb jij ook,” bracht ik in.
“Ja, maar dat van jou lijkt net goudspinsel als de zon erop schijnt.”
Ik lachte naar hem en streek hem over zijn wang. “Je bent een leuk joch weet je dat?”
“Ja?”
“Ja!”
“Maar ik moet nu echt weg hoor. Anders ben ik te laat en vragen de anderen zich af waar ik blijf. Kan ik je misschien nog eens zien?”
Dit had ik totaal niet verwacht en even stond ik dan ook met open mond naar woorden te zoeken. “Ja, natuurlijk wel. Vanavond koffie?”
“Prima! Hoe laat?”
Ik stelde acht uur voor en hij vond dat uitstekend. Hij steeg op en zette Marie aan tot een draf. Nog even keek hij achterom en zwaaide naar me. Ik stak mijn hand op. Langzaam, nog nagenietend van de geheel onverwachte gebeurtenissen, liep ik de heuvel op naar mijn huisje.
Buiten in de zon was het me eventjes te warm vandaar dat ik binnen neerplofte op de bank na de gordijnen dichtgetrokken te hebben. Ik trok mijn schoenen uit en ontknoopte mijn shirt. Mijn hand gleed in mijn korte broek en betastte mijn pik. Hij groeide snel. Zou Casper gevoeld hebben dat ook ik hard was geweest toen hij zo heerlijk tegen mij aan had bewogen? Het maakte me niet uit. Ik werd bij de herinnering aan zijn heerlijke lijf opnieuw geil. En al kon ik hem dan niet hebben, niemand kon het me afnemen om te fantaseren over hem. De knoop ging los en de rits naar beneden en met stevige halen begon ik me te rukken. Ik zakte onderuit op de bank en pompte net zolang met mijn vuist op en neer tot het witte zaad me op het lijf kletterde.
Lucky Eye- Berichten: 197
- Geregistreerd: zaterdag 07 februari 2015 16:42
- Woonplaats: Zwolle
- Ontvangen Bedankjes: 224 keer